Statuten van Stichting het Heringafonds

Vastgesteld op de ALV van 19 juli 1974 en vastgelegd door notaris Mr. L van Solkema op 15 oktober 1974 in ’s-Gravenhage, in het bijzijn van de heer Jouke Heringa (XIIb)

Artikel 1
De Stichting draagt de naam “Stichting Het Heringafonds” hierna te noemen “fonds”; zij heeft ten doel ingevolge artikel 3 letter b juncto artikel 4 letter c van de statuten van de vereniging “Familie Heringa”, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 27 juni 1921 (Staatsblad nummer 67) het behartigen van de belangen van de leden dezer vereniging, die hulp en steun behoeven; zij is gevestigd te ’s-Gravenhage.

Artikel 2
Het fonds wordt beheerd door een bestuur bestaande uit tenminste drie en ten hoogste vijf leden. Tot leden van het bestuur kunnen alleen worden gekozen leden der vereniging “Familie Heringa”. Minstens één der leden van het bestuur moet lid zijn van het bestuur van de vereniging “Familie Heringa”. Iedere drie jaren treedt een der leden af, naar een door het bestuur op te maken rooster, en is terstond herkiesbaar. In een vacature wordt voorzien door het bestuur van de vereniging “Familie Heringa”. Het bestuur van het fonds draagt daartoe twee kandidaten voor; deze voordracht is voor het bestuur van de vereniging “Familie Heringa” niet bindend. Tussentijds gekozen leden nemen de zittingstijd over van het lid, dat zij vervangen.

Artikel 3
Het bestuur regelt haar werkzaamheden overeenkomstig de bepalingen dezer statuten bij een huishoudelijk reglement. Het verdeelt de nodig geachte functies onderling. Het bestuur draagt zorg voor toezending van de statuten en het huishoudelijk reglement aan de leden van de vereniging “Familie Heringa”

Artikel 4
Het bestuur is belast met het beleggen en beheren der gelden van het fonds en het inzamelen voor het fonds. De geldmiddelen van de vereniging “Familie Heringa” en van het fonds blijven streng gescheiden.

De geldmiddelen van het fonds bestaan uit:
a) jaarlijks inkomen, gevormd door gekweekte renten en bijdragen en voorts uit giften en legaten indien zulks door de schenker uitdrukkelijk is bepaald;
b) kapitaal, gevormd door de som gelds bij aanvang der stichting gestort, giften en legaten en een deel van het jaarlijks inkomen als vermeld in artikel 5;
c) reservefonds

Artikel 5
Uit het jaarlijks inkomen worden allereerst gekweten de kosten van beheer der stichting.

tien ten honderd voor het reservefonds.
twintig ten honderd voor kapitaalvorming
zeventig ten honderd voor ondersteuning en vorming.

Indien in enig jaar de zeventig ten honderd niet of niet geheel voor ondersteuning en vorming nodig zijn, wordt het ongebruikte – zulks ter beoordeling van het bestuur – gedeeltelijk teruggestort in het reservefonds en ten dele bij het kapitaal gevoegd.

Artikel 6
Voor ondersteuning komen in aanmerking leden van de vereniging “Familie Heringa”, indien zij niet in staat zijn in eigen onderhoud en vorming of in dat van hun kinderen te voorzien.
Ook in aanmerking komen wezen, zijnde kinderen van overleden leden, indien zij niet instaat zijn in hun eigen onderhoud te voorzien.
Aanspraak op ondersteuning en vorming vervalt indien de behoefte daaraan naar het oordeel van het bestuur, het onmiddellijk gevolg is van eigen willekeur of moedwillig verzuim, mits de daad of het verzuim door het bestuur wordt aangewezen of omschreven.
Leden, die in aanmerking wensen te komen voor ondersteuning en vorming, zijn verplicht alle door het bestuur gewenste inlichtingen te verstrekken.
Het bestuur is, met inachtneming van hetgeen te dien aanzien is bepaald in artikel 7, verplicht verkregen inlichtingen geheim te houden.

Artikel 7
Het bestuur brengt jaarlijks een vertrouwelijk verslag uit van haar werkzaamheden en van de stand van de geldmiddelen aan het bestuur van de vereniging “Familie Heringa”. Bovendien wordt jaarlijks aan twee leden van de vereniging “Familie Heringa” buiten het bestuur van die vereniging door haar algemene ledenvergadering te benoemen vertrouwelijk mededeling gedaan van alle uitgaven en geeft aan die leden dienaangaande alle inlichtingen.

Artikel 8
Een besluit tot wijziging van de statuten of tot opheffing van de stichting kan slechts worden genomen in een daartoe bijeengeroepen algemene ledenvergadering van de vereniging “Familie Heringa” waarin de voorgestelde wijziging of het voornemen tot opheffing tijdig aan de leden bekend is gemaakt en waarin tenminste drie/vierde van het aantal leden is vertegenwoordigd met een meerderheid van drie/vierde van de geldig uitgebrachte stemmen.
Indien in een vergadering, als bedoeld in de vorige alinea, geen voldoende quorum aanwezig is, zal een tweede vergadering worden bijeengeroepen binnen drie maanden na de vorige vergadering.
Deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige leden met drie/vierde van de uitgebrachte stemmen een besluit nemen als bedoeld in de eerste alinea van dit artikel.

Artikel 9
Indien besloten wordt tot opheffing van de stichting zal de vereffening geschieden door het bestuur van de vereniging “Familie Heringa”. Indien de vereniging “Familie Heringa” niet meer bestaat zal de vereffening geschieden door het bestuur van de stichting.
Het na de vereffening overblijvende saldo zal ten goede komen aan een organisatie met een soortgelijk of aanverwant doel als de onderhavige stichting.

Artikel 10
Er zal geen wijziging kunnen worden aangebracht in het doel van het fonds; evenmin zal de bepaling in artikel 5 luidende dat twintig ten honderd van het restant voor kapitaalvorming moet worden aangewend, kunnen worden gewijzigd, tenzij tweehonderdvijftig jaren zijn verlopen sinds het in leven roepen van de stichting.

De tussenhaakjes geplaatste Romeinse cijfers, achter enkele van de namen, verwijzen naar de partitie “Heringa” van het Nederland’s Patriciaat, 55e jaargang, 1969.